Photo 1521587760476 6C12a4b040da

Onrechtmatige stillegging – bedrijf niet verantwoordelijk voor gevaarlijke situatie

29 januari 2020

Bij ernstig gevaar voor personen zijn inspecteurs van Inspectie SZW bevoegd werkzaamheden stil te leggen. Inspectie SZW heeft een vergaande bevoegdheid om te bepalen of werkzaamheden moeten worden stilgelegd. Gelukkig is ook die bevoegdheid aan grenzen gebonden. Dat is ook nodig omdat de financiële gevolgen voor uw bedrijf vaak groot zullen zijn. Namens een bedrijf spande LXA The Law Firm een procedure aan tegen de stillegging. En met succes. De stillegging werd vernietigd door de bestuursrechter.
Artikel 28 Arbowet

Artikel 28 Arbowet bepaalt dat een inspecteur bevoegd is werkzaamheden stil te leggen, indien naar zijn redelijk oordeel die werkzaamheden ernstig gevaar opleveren voor personen. Uit de woorden ‘naar zijn redelijk oordeel’ volgt dat de inspecteur een ruime vrijheid toekomt om te beoordelen of sprake is van ernstig gevaar. Het enkele feit dat achteraf gezien toch geen sprake was van ernstig gevaar, betekent bijvoorbeeld nog niet dat de stillegging onrechtmatig was.

Wie een stilleggingsbesluit aanvecht, moet dan ook met goede juridisch argumenten komen. In het verleden waren bestuursrechters niet snel geneigd een stilleggingsbesluit te vernietigen. Dit heeft er wellicht toe geleid dat arbeidsinspecteurs de bevoegdheid tot stillegging van de werkzaamheden met groter gemak zijn gaan toepassen. De Rechtbank Rotterdam stelt nu paal en perk aan die praktijk. De uitspraak van de rechtbank past in de trend dat bestuursrechters steeds kritischer kijken naar het stilleggingsbesluit.

Rechtbank Rotterdam

Inspectie SZW legde sloopwerkzaamheden stil omdat restanten werden aangetroffen, waarvan werd vermoed dat het asbesthoudend was. Omdat de inspecteur ervan uitging dat het materiaal afkomstig was van asbestverwijderingswerkzaamheden, werd het stilleggingsbesluit gericht aan het asbestsaneringsbedrijf. De saneerder werd bevolen om maatregelen te treffen.

De saneringswerkzaamheden waren echter al dagen eerder afgerond. Bovendien kon de saneerder met vrijgaverapporten aantonen dat na de sanering geen asbesthoudend materiaal meer aanwezig was. Ondanks dat de saneerder er zeker van was dat het asbest niet van zijn werkzaamheden afkomstig kon zijn, kon hij niet anders dan gehoor geven aan het bevel. Op zijn kosten zijn de later aangetroffen asbesthoudende materialen dan ook geïnventariseerd en gesaneerd.

Inspectie SZW stelde in beroep bij de Rechtbank Rotterdam dat hij het stilleggingsbesluit mocht richten aan de saneerder. De minister vond namelijk dat de stilleggingsbrief slechts van informatieve en dus van vrijblijvende aard was. De Rechtbank Rotterdam maakte echter korte metten met dat standpunt. De rechtbank stelt vast dat de in het stilleggingsbesluit genoemde maatregelen geen vrijblijvende informatie waren. Naar het oordeel van de rechtbank is Inspectie SZW niet bevoegd te bevelen dat het bedrijf het later aangetroffen asbest moest laten inventariseren en saneren. Hiermee staat ook vast dat de kosten voor de aanvullende saneringswerkzaamheden niet voor rekening van de saneerder komen.

Advies

Stillegging van werkzaamheden leidt vaak tot schade. Denk daarbij aan de kosten die gemaakt moeten worden om de stillegging te beëindigen. Of aan de vertragingsschade van de aannemer en opdrachtgever omdat de werkzaamheden geen doorgang kunnen vinden.

Door het stilleggingsbesluit aan te vechten, kunt u de schade verhalen op de overheid. Ook tegen de achtergrond van de zogenaamde ‘schadebeperkingsplicht’ richting de opdrachtgever is het aan te bevelen om tegen een stilleggingsbesluit te procederen.

De advocaten van LXA The Law Firm hebben ruime ervaring met het aanvechten van stilleggingsbesluiten. Daarnaast hebben zij de nodige kennis in huis om geleden schade te verhalen op de overheid en eventuele schadeclaims van derden af te wentelen.