Een inspecteur van Inspectie SZW controleert of uw bedrijf voldoet aan de Arbowet en het Arbobesluit. Als hij vindt dat sprake is van een overtreding, dan stelt hij een boeterapport op. U kunt dan een boete verwachten. Bent u het oneens met de Arboboete? Dan kunt u daartegen bezwaar maken.
Een Arboboete is een punitieve sanctie. Dat heeft als belangrijk voordeel dat strafrechtelijke waarborgen van toepassing zijn.
In de eerste plaats gelden strenge eisen voor het bewijs. Dit volgt uit de zogenaamde onschuldpresumptie (‘geen straf zonder schuld’). Op Inspectie SZW rust dan ook de taak om voldoende bewijs te verzamelen. Met andere woorden: u hoeft uw onschuld niet te bewijzen! Is er onvoldoende bewijs, dan wordt aan u het voordeel van de twijfel gegund en kan dus geen Arboboete worden opgelegd. In een uitspraak van 20 maart 2019 paste de Raad van State (de hoogste Nederlandse bestuursrechter) deze regels toe:
“Bij de beantwoording van de vraag of zich een overtreding heeft voorgedaan, geldt (…) als uitgangspunt dat op het bestuursorgaan de bewijslast rust van een overtreding. Ingeval van twijfel dient aan de betrokkene het voordeel van de twijfel te worden gegund.”
In de tweede plaats toetst de bestuursrechter indringend of de hoogte van de boete in verhouding staat met de verwijtbaarheid van de werkgever en de aard en ernst van de overtreding. Dat volgt uit artikel 5:46 lid 2 Awb. De bestuursrechter oordeelt met enige regelmaat dat door Inspectie SZW een te hoge Arboboete is opgelegd.
Het is lastig te controleren of de boeteberekening klopt. In de brief die u ontvangt van Inspectie SZW, leest u alleen het volgende:
“Het bedrag is berekend conform de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving (hierna: de beleidsregel).”
De boete wordt dus vastgesteld aan de hand van een berekenmethode uit deze beleidsregel. Daarin staat in het kort het volgende stappenplan:
Stap 1 - bepalen boetenormbedrag
De beleidsregel kent zeven boetenormbedragen, van € 340 tot € 13.500. In de ‘Tarieflijst’ achter de beleidsregel staat in welke categorie de overtreding valt.
Stap 2 - correctie naar bedrijfsgrootte
Afhankelijk van het aantal werknemers van uw bedrijf wordt het normbedrag naar bedrijfsgrootte gecorrigeerd. Daarmee wordt rekening gehouden met de omvang en de financiële draagkracht van uw onderneming.
Stap 3 - boeteverhogende omstandigheden
Een aantal omstandigheden kan leiden tot een hogere boete. Denk aan recidive, een arbeidsongeval met letsel of een ziekenhuisopname.
Stap 4 - boeteverlagende omstandigheden
Tot slot wordt gekeken naar omstandigheden die moeten leiden tot een lagere Arboboete. Bijvoorbeeld:
De gedachte is dat deze inspanningen beloond moeten worden met een lagere boete. U moet dan wel zelf aanvoeren in een zienswijze of bezwaarschrift dat u deze relevante inspanningen hebt verricht, onderbouwd met bewijsstukken.
Bij een (relatief) lage boete lijkt het soms beter om geen bezwaar te maken en de boete gewoon te betalen. Soms adviseren wij bedrijven om toch een zienswijze of bezwaarschrift in te dienen, ook als de boete laag is. In onze praktijk zien wij namelijk dat ook deze boetes later kunnen leiden tot zwaardere sancties van Inspectie SZW, zoals een preventieve stillegging waarbij uw bedrijf op bevel van Inspectie SZW wordt stilgelegd. Als de boete van tafel gaat of wordt gematigd, is de kans op een preventieve stillegging aanzienlijk kleiner.
Laat u bij ontvangst van een Arboboete adviseren door een juridisch specialist. Die kan beoordelen of voldoende bewijs is verzameld voor het opleggen van de Arboboete en of de boete juist is berekend. Ook kan een juridisch specialist de risico’s van een Arboboete voor uw onderneming in kaart brengen, ook als het om een (relatief) lage boete gaat.
LXA heeft ruimte ervaring met het procederen tegen bestuursrechtelijke sancties opgelegd door SZW. Laat de Arboboete geheel vrijblijvend juridisch toetsen door een van onze specialisten.